In het vorige artikel heb je gelezen dat je vaak naar het verleden of de toekomst kijkt en dat je daardoor je gedachten beter kunt sturen, omdat je de tijd hebt om erover na te denken. Nu klinkt het verleden of de toekomst heel 'zwaar' of 'groot', maar zo hoef je het niet te zien. Ik ben nu bijvoorbeeld dit artikel aan het schrijven en ben aan het nadenken over de volgende zin die ik moet typen. Ook dat is de toekomst. Hetzelfde geldt wanneer ik het stukje wat ik getypt heb, terug ga lezen. Ook dat is het verleden. Wat voor mij geldt, geldt ook voor jullie. Kijk maar eens naar deze voorbeelden.
Je zit in de klas en hebt de rekentoets voor je op tafel liggen. Je kijkt naar de toets.
Je staat op het veld tijdens de voetbalwedstrijd en de wedstrijd begint.
Welke keuze maak je? Hoe kijk je naar de "toekomst" in beide gevallen?
Maar het kan nog kleiner. Kijk maar eens hier naar.
Je zit in de klas en bent bezig met de rekentoets. Je hebt net de opdracht 6 gelezen en pakt je potlood om de opdracht te maken.
Maar het kan nog kleiner. Kijk maar eens hier naar.
Je zit in de klas en bent bezig met de rekentoets. Je hebt net de opdracht 6 gelezen en pakt je potlood om de opdracht te maken.
Je staat nog steeds op het veld tijdens de voetbalwedstrijd en je hebt de bal en loopt alleen op het doel af van de tegenpartij.
Ook hier heb je weer de keuze hoe je naar de situatie kijkt, maar is in beide gevallen de 'toekomst' iets wat eigenlijk meteen gaat gebeuren. Ondanks dat het zo snel staat te gebeuren, heb je nog steeds een keuze hoe je naar de situatie kijkt.
Loop je inderdaad met de bal aan de voet alleen naar het doel van de tegenstander, dan zou je kunnen denken:
Ik kan gaan scoren, ik moet een goede hoek uitzoeken om te schieten.
Ojee, dit is een grote kans voor mij. Die moet ik niet verprutsen.
Ik ga mijn best doen. Ik zie wel wat er dan gebeurt.
Wat zouden mijn teamgenoten van me vinden als ik nu mis?
Ik zie de keeper al kijken, die weet niet wat ik ga doen. Dat gaat goed komen.
Ojee, die keeper is goed. Ik weet niet wat ik moet doen.
Zomaar even zes gedachten die je kunt hebben als je op het punt staat te scoren, of juist te missen. En dan ligt het onder andere aan je eerdere ervaringen die bepalen hoe je denkt. Weet je dat de keeper niet zo goed is, dan zal je anders denken. Hetzelfde geldt voor jezelf. Als je op deze manier al veel doelpunten gescoord hebt, zal je anders denken dan wanneer je nog nooit zo gescoord hebt.
In het kort
Het verleden of de toekomst kun je ook als iets kleins zien wat net gebeurd is of net staat te gebeuren. Ook in die situaties heb je een keuze hoe je naar de situatie kijkt en bepalen je eerdere ervaringen vaak hoe je naar de situatie kijkt.
Het verleden of de toekomst kun je ook als iets kleins zien wat net gebeurd is of net staat te gebeuren. Ook in die situaties heb je een keuze hoe je naar de situatie kijkt en bepalen je eerdere ervaringen vaak hoe je naar de situatie kijkt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten