Wat is mindset (3)? Toch wel een keuze

In de vorige artikelen heb je kunnen lezen dat hoe je naar situaties kijkt een keuze is, maar dat door je ervaringen het moeilijk kan zijn om te kiezen, zeker in situaties waar je snel moet reageren. Gelukkig is dat voor veel situaties niet het geval. Kijk maar eens naar de volgende voorbeelden:

Je fietst naar school, maar hebt er niet veel zin in. Vandaag staat er een belangrijke toets op het programma.

Gistermiddag na schooltijd had je met je beste vriend(in) afgesproken, maar jullie zijn allebei met ruzie naar huis gegaan. Daarna hebben jullie elkaar niet meer gesproken of geappt. 

Je komt thuis voor het avondeten en je moeder vertelt dat jullie zo meteen spruitjes gaan eten.

De hockeytrainer vertelt bij de training op donderdag dat jullie zaterdag een moeilijke wedstrijd moeten spelen tegen het beste team uit de competitie.

De week erop baal je nog steeds van die wedstrijd, omdat je toen een blunder hebt gemaakt waardoor de tegenstander de wedstrijd had gewonnen. 

Wat valt je op als je naar de voorbeelden kijkt?

Het kan je opgevallen zijn dat het in eigenlijk alle gevallen gaat om iets wat er nog moet gaan gebeuren of dat het gaat om iets wat al gebeurd is. Ok, dus veel situaties gaan over dingen uit het verleden of juist de toekomst. Wat betekent dat voor jou? Dat betekent dat je dus wel een mogelijkheid hebt om te kiezen hoe je naar zo'n situatie kijkt. Is het glas dan halfvol of juist halfleeg (zie artikel 1)? Als je erop gaat letten zal je namelijk merken dat je in je gedachten heel vaak bezig bent met situaties uit het verleden of juist situaties uit de toekomst. Dit is niet alleen bij jou zo, maar eigenlijk bij bijna alle mensen op aarde. 

Het voordeel daarvan is, is dat je dus de tijd hebt om bewust te kiezen voor een gedachte. Kijk maar eens naar het voorbeeld van de hockeytrainer en de moeilijke wedstrijd die eraan zit te komen. Je zou dit kunnen denken (er zijn nog veel meer mogelijkheden hoor):

1) Leuk, dan krijgen we tegenstand en zullen we hard moeten werken.
2) Leuk, want dan is het niet zo erg als we verliezen. Ze zijn tenslotte toch heel erg goed.
3) Leuk, dit is een uitdaging. Als we dan een goed resultaat laten zien, kan iedereen zien dat wij ook goed zijn.

4) Leuk, dit is een uitdaging, want tegen betere tegenstanders speel ik zelf vaak goed.

5) Niet leuk, want dat betekent dat we zelf waarschijnlijk niet zo goed kunnen spelen.

6) Niet leuk, want dan hebben we kans dat we verliezen.

7) Niet leuk, want ik wil doelpunten scoren en dat gaat waarschijnlijk minder goed.

8) Niet leuk, want tegen betere tegenstanders maak ik zelf vaak meer fouten.

9) Maakt niet uit, ik let nooit op mijn tegenstanders.

10) Maakt niet uit, ik speel voor de gezelligheid met mijn team.

11) Maakt niet uit, de ene keer gaat het goed, de andere keer gaat het weer wat minder. 

12) Maakt niet uit, we krijgen daarna toch een frietje met een snack. 

Zo zie je dat de opmerking van de hockeytrainer al op 12 manieren bekeken kan worden en dat er dus ook al 12 manieren zijn waarop je naar de wedstrijd toe kan leven. En dan zijn er dus nog veel meer mogelijkheden.  

In het kort

Vaak denk je na over het verleden of de toekomst. Hierdoor heb je de mogelijkheid om je gedachten, dus ook de manier waarop je naar situaties kijkt, te sturen. Hoe je dit op een goede manier kunt doen, komt in een volgend artikel.